Bestuur cultuurraad Lo-Reninge:
STATUTEN
Gemeentelijke adviesraad voor cultuur en culturele vrijetijdsbesteding, conform het decreet van 24 juli 1991, houdende de organisatie van het overleg en de inspraak in het gemeentelijk cultuurbeleid.
Conform het decreet van 13 juli 2001, houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid.
Conform de cultuurpactwet van 28 januari 1974.
Doelstellingen
Artikel 1
De gemeentelijke culturele raad heeft als doel het bevorderen van een integraal cultuurbeleid in het belang van alle inwoners van de gemeente.
Om deze doelstelling te verwezenlijken zal hij:
1) Op vraag van het gemeentebestuur en op eigen initiatief adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid, met uitzondering van het jeugd- en het sportbeleid, waarvoor andere raden bevoegd zijn.
2) Overleg en samenwerking tot stand brengen tussen verenigingen, diensten, instellingen en andere organisaties die actief zijn in de culturele sector, in de ruime betekenis van het woord.
Samenstelling
Artikel 2
De culturele raad kiest een dagelijks bestuur die bestaat uit een voorzitter, een ondervoorzitter, een penningmeester, een secretaris en een bestuurslid.
Artikel 3
De culturele raad is samengesteld uit stemgerechtigde en niet stemgerechtigde leden, die allen in de gemeente Lo-Reninge woonachtig moeten zijn.
Stemgerechtigde leden zijn:
1) Eén afgevaardigde van elke private of publieke organisatie (vereniging, dienst, instelling) die een actieve culturele werking kan aantonen in de gemeente of een deel van de gemeente. Deze kan zich laten vervangen door een stemgerechtigd plaatsvervanger.
2) Geïnteresseerde individuele burgers die geen lid zijn van een organisatie die reeds in de culturele raad is vertegenwoordigd en op eigen vraag in de raad worden opgenomen.
3) Door de gemeenteraad aan te duiden leden. Deze leden worden aangeduid indien bepaalde onevenwichten worden vastgelegd in de samenstelling van de cultuurraad, hetzij omdat bepaalde ideologische of filosofische strekkingen niet vertegenwoordigd zijn, hetzij om andere onevenwichten in de samenstelling bij te sturen.
Het aantal leden, bedoeld in par. 2) en 3) van dit artikel, kan samen niet meer bedragen dan 1/5 van het aantal leden bedoeld in par.1) van dit artikel.
Niet stemgerechtigde leden zijn (waarnemende leden)
1) de schepen van cultuur
2) de gemeentelijke ambtenaar, door het College van Burgemeester en Schepenen belast met het waarnemen van het secretariaat.
3) uitgenodigde waarnemers
4) één afgevaardigde van elke andere gemeentelijke adviesraad met culturele bevoegdheid.
Artikel 4
Een organisatie die stemgerechtigd lid wenst te worden van de culturele raad, dient een schriftelijke aanvraag te richten aan het gemeentebestuur. Na oprichting van de adviesraad dient die aanvraag gericht te zijn aan de voorzitter van de culturele raad. Indien ze beantwoordt aan de gestelde normen (zie art.5, 6 en 7) van erkenning, kan ze toetreden tot de adviesraad.
Artikel 5
Voor de samenstelling van de culturele adviesraad gelden nog de volgende voorschriften:
1) worden op hun aanvraag lid, de afgevaardigden van alle plaatselijke verenigingen die worden erkend als zijnde representief voor het plaatselijk culturele werk;
2) hun zetel hebben in de gemeente
Artikel 6
Elke culturele organisatie wijst in volle vrijheid één lid en één plaatsvervanger aan. Deze dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen:
1) lid zijn van en actief betrokken zijn bij de werking van de organisatie die zij vertegenwoordigen
2) zij mogen niet meer dan één organisatie vertegenwoordigen
3) voor zover zij stemgerechtigd zijn, mogen zij geen lid zijn van de gemeenteraad of het Schepencollege
Artikel 7
Alle stemgerechtigde leden van de gemeentelijke culturele raad worden gevraagd een engagement aan te gaan voor de werking van de culturele raad:
1) plichten van het stemgerechtigd lid:
- onderschrijven van de doelstellingen van de gemeentelijke culturele raad en er zich toe verbinden om actief mee te werken aan de realisatie ervan;
- het bijwonen van de vergaderingen van de gemeentelijke culturele raad. Indien dit onmogelijk is, is het lid gebonden zich uitdrukkelijk te verontschuldigen en komt de aangeduide plaatsvervanger in zijn / haar plaats.
- afgevaardigden van een vereniging, organisatie of instelling dienen hun achterban grondig te informeren over de werkzaamheden van de gemeentelijke culturele raad en ook geregeld overleg te plegen in functie van het opsporen bij de organisatie van behoeften, ideeën en verwachtingen inzake cultuurbeleid.
2) rechten van het stemgerechtigd lid:
- spreekrecht op alle vergaderingen van de gemeentelijke culturele raad;
- stemrecht;
- inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt van de gemeentelijke culturele raad.
Einde mandaat
Artikel 8
Aan het mandaat van lid van de culturele raad komt een einde door:
1) de intrekking van de opdracht door de organisatie, vereniging of instelling die zij vertegenwoordigen. Deze intrekking moet schriftelijk en gemotiveerd aan het bestuur van de cultuurraad worden toegezonden;
2) het schriftelijk ontslag van de betrokkene zelf uit de cultuurraad of uit de organisatie;
3) drie opeenvolgende onwettige afwezigheden op de vergaderingen van de culturele raad. Het bestuur van de culturele raad zal de afwezigheden vaststellen en het ontslag meedelen aan de organisatie;
Als aan het mandaat van een lid van de algemene vergadering een einde is gekomen, dient zich binnen de drie maanden in zijn vervanging te worden voorzien. Als dit niet gebeurt, vervalt het lidmaatschap van deze vereniging, instelling of dienst en kan het alleen worden terug verkregen na het indienen van een nieuwe aanvraag.
Structuur
Artikel 9
De adviesraad kiest uit zijn stemgerechtigde leden, onder de voorgedragen kandidaten bij geheime stemming, een voorzitter, een ondervoorzitter, een penningmeester, een secretaris, en een bestuurslid die samen het bestuur vormen en het dagelijks beheer van de culturele raad voeren.
De gemeentelijke ambtenaar is waarnemend lid van het bestuur.
De duur van de bestuursmandaten bedraagt normaal zes jaar, behoudens hernieuwing. De bestuursmandaten die worden toegekend na de goedkeuring van deze statuten lopen tot 31 december van het jaar waarin de gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden.
In de periode van zes maanden na de installatie van de gemeenteraad wordt het bestuur dan opnieuw samengesteld.
Artikel 10
De adviesraad kan opgesplitst worden in secties. Er kunnen secties per sociaal-culturele activiteit, per territoriale geleding evenals studiecommissies en werkgroepen opgericht worden.
Artikel 11
Om een geldige stemming te kunnen houden moeten tenminste de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. De statuten en het huishoudelijk reglement worden goedgekeurd of gewijzigd bij gewone meerderheid van stemmen op een aanwezigheid van ten minste twee derde van de stemgerechtigde leden.
Als er op de vergadering onvoldoende stemgerechtigde leden aanwezig zijn, wordt een nieuwe buitengewone vergadering bijeengeroepen, waarop geldig wordt gestemd, ongeacht het aantal aanwezigen.
Artikel 12
De adviesraad geeft advies aan het gemeentebestuur, over het werkprogramma en over alle belangrijke aangelegenheden die de goede werking van de culturele raad mogelijk maken. Zij spreekt zich uit over de rekeningen van de raad van het voorbije boekjaar, legt het budget voor het volgend jaar vast.
Artikel 13
De adviesraad stelt de statuten en het huishoudelijk reglement vast.
In het huishoudelijk reglement wordt verder alles geregeld wat niet door de statuten wordt bepaald. Wijzigingen worden voorbereid door het bestuur en ter goedkeuring voorgelegd aan de culturele raad.